Collectie schilderijen
Petrus Willebeeck, 1632-1646
Stilleven, gesigneerd
Dit werk is een mooi voorbeeld van vergankelijkheid. Om de vergankelijkheid of de vanitas te verbeelden, deed Willebeeck een beroep op alledaagse voorwerpen die refereren aan het ijdel of leeg zijn. De omgevallen roemer, tazza en westerwaldkruik zijn leeg, de aangestoken sigaar is geen lang leven meer beschoren, de gedoofde pijp ligt er opgebruikt bij en in de schelp huist geen leven meer. Willebeeck wees vooral op de vluchtigheid van genotsmiddelen, drank en het bedwelmende plezier van tabak.