KAMER 7-8 Keucken – Eten en drinken
In de boedelbeschrijving van Rockox’ sterfhuis zijn we uitgebreid ingelicht over de keuken, de schommelkeuken en de bottelrye. Wat stond er zoal in Rockox’ keuken? Een keuckenschappraye, een oud woord voor een provisiekast. Ze zat barstensvol met tinnen borden, schotels, sauskommetjes, spuwbekkens, een waterpot, zilveren kandelaars, suikerstrooiers, kruidenbussen, zoutvaten, lepels, vorken en bekers. Er was ook een haard aanwezig. Verder was er nog de schommelkeuken of de bijkeuken voor het vuilere werk met eveneens een verzameling gerei in ijzer, koper en tin, voorwerpen die verwijzen naar het echte koken, zoals spitten, roosters braadpannen, vergieten, een kookplaat en een hele uitrusting om wafels te bakken. En ten slotte de bottelrye, een voorraadkamer.
Antwerpen
- Wandkastje
- Eik, ca. 1600
- Antwerpen, Snijders&Rockoxhuis, inv. 77.88
Dit wandkastje etaleert een greep uit de verzameling Chinees Wanli- of kraakporselein. Wanli (1563–1620) was de laatste keizer uit de Mingdynastie (1368–1644. De term kraak verwijst naar het Portugese scheepstype carraca, waarmee het eerste Chinese exportporselein in Europa werd geïmporteerd. Het werd doorgaans gebruikt als serveerschotel, is ragfijn en bijna transparant. De kenmerkende versiering is een typische vakverdeling in brede en smalle panelen, doorgaans aangebracht op de opstaande rand van dit vaatwerk. In de panelen zijn motieven herkenbaar, Taoïstische symbolen, maar ook bloemen zoals de lotusbloem of de artemisia of alsemblad, die tot de acht kostbaarheden behoren en voorspoed, geluk of rijkdom verbeelden.
Jacques Jordaens (Antwerpen, 1593–1678)
- Oude vrouw
- Olieverf op papier en hout, ca. 1610
- Privéverzameling
Het is alsof de oude vrouw voor het venster zit en naar buiten tuurt. Ze draagt een kapje op het hoofd, wat zou kunnen wijzen op het feit dat ze het huishouden bij een rijke patriciërsfamilie bestierde. Ze is treffend en levensecht geschetst en heeft zowel voor schilderijen van Jordaens als van Rubens model gestaan. Waarschijnlijk gaat het niet om een echt portret, maar eerder om een karakterschets, een type volksvrouw.
Peter Willebeeck (Antwerpen, 1625–1648)
- Stilleven
- Olieverf op doek
- Antwerpen, Snijders&Rockoxhuis, inv. 77.104
Willebeeck schilderde vooral fruit- en pronkstillevens en vanitasvoorstellingen.
Dit werk is een mooi voorbeeld van vergankelijkheid. Om de vergankelijkheid of vanitas te verbeelden, deed Willebeeck een beroep op alledaagse voorwerpen die refereren aan ijdelheid of leegte. De omgevallen roemer, de tazza en de Westerwaldkruik zijn leeg, de aangestoken sigaar is geen lang leven meer beschoren, de gedoofde pijp ligt er opgebruikt bij en in de schelp huist geen leven meer. Willebeeck wees vooral op de vluchtigheid van genotsmiddelen, drank en het bedwelmende plezier van tabak.
Glazen à la façon de Venise
- Antwerpen (vleugelglas), Luik (helder wijnglas)
- Midden 17e eeuw
- Antwerpen, Snijders&Rockoxhuis, inv. 2002.01 en 02
De Venetiaanse glasblazers werden vooral beroemd toen zij rond het midden van de 15e eeuw kleurloos glas wisten te produceren, dat vaak nog werd opgehoogd met sierelementen in email. In geschilderde kunstkamers en afgebeelde rariteitenkabinetten uit de17e eeuw is vaak een Venetiaans glas te zien. Hoewel het geheim van de glasblaastechnieken in Venetië, meer bepaald in Murano, moest blijven, werden de vermaarde glasblazers vanaf het tweede kwart van de 16e eeuw met allerlei privileges naar andere Europese centra gelokt. Zo werd het Façon de Venise-glas onder meer in Antwerpen geblazen.